‘Of ik nou meubels of een film maak, ik doe het met dezelfde passie’

 

AVN is een bottom-up netwerk van makers en daarom vinden we het belangrijk om zoveel mogelijk makers aan het woord te laten. Dat doen wij bij ons evenement op 16 oktober onder meer middels een korte documentaire van filmmaker Manuel Hazeleger. Namens AVN bezocht Manuel vier maak- en broedplaatsen en interviewde hij twaalf makers en meerdere beleidsmakers. We spraken Manuel tijdens het montageproces over zijn film en zijn persoonlijke betrokkenheid bij dit onderwerp.

 

AVN: De wereld van ambachten is breed en divers. Hoe heb jij dit onderwerp als filmmaker benaderd?

 

Manuel: ‘Mijn stijl is ‘run and gun,’ ik ga ergens heen om te filmen en laat het verhaal voor zichzelf spreken. Dus niet teveel voorbereiden maar gewoon kijken wat er gebeurt. Ik werk met een klein team of vaak zelfs alleen waardoor de mensen die ik film snel op hun gemak zijn, ik kom met een klein lampje, een kleine camera en een simpele microfoon, dan kunnen we zo snel mogelijk gewoon gaan draaien.’

 

Je wilt dus een fly on the wall zijn, maar weinig is moeilijker dan mensen doen vergeten dat de camera er is.

 

‘Zeker, maar het is vooral belangrijk om ze in de ogen te kijken en gerust te stellen. Het maakt niet uit, niks is fout, niet teveel nadenken maar lekker praten en loskomen. Het is gewoon een gesprekje met mij, vertel je verhaal.’

 

Is er een bepaalde insteek waarmee je de gesprekken met makers en beleidsmakers benadert? Het lijkt mij heel moeilijk om helemaal beschouwend te zijn.

 

‘Ik stel open vragen: wie ben je, wat doe je en hoe ben je hier gekomen? Dan ga ik eerst eens luisteren naar het verhaal. Vanuit daar probeer ik bruggetjes te maken naar dingen waar ze tegenaan lopen in de broedplaatsen, zoals de huurprijs of snel weer moeten verplaatsen omdat de huurcontracten heel kort lopen. Wat ik ook interessant vind is waarom makers begonnen zijn. Ik heb er een aantal gesproken die een universitaire opleiding hebben gedaan, vervolgens achter een laptop bij een multinational zaten en heel ongelukkig werden. Zij durfden de stap te zetten om te gaan maken. Gister sprak ik juist iemand die op haar zevende voor het eerst een potje maakte. Nu is ze in de dertig en werkt ze als keramiste. Zij werd dus al op heel jonge leeftijd geïnspireerd.’

 

 

Welke verhalen zullen we nog meer gaan zien in deze film?

 

‘Ik wil vooral naar voren brengen wat het belang is van maak- en broedplaatsen en waarom makers essentieel zijn, nu en in de toekomst. Ook de zichtbaarheid van maakplaatsen is belangrijk, want daar kunnen jongeren zien dat ze later iets met hun handen kunnen doen. Ik sprak bijvoorbeeld iemand op broedplaats BOGOTÁ in Halfweg. Daar hadden ze een open dag en er kwam een kind langs bij een gitaarbouwer. Dat kind was helemaal enthousiast en vroeg: maar kan ik dan ook violen bouwen? Dat was altijd haar droom geweest en nu ontdekte ze dat dat beroep nog steeds bestaat.’

 

Is dit een onderwerp waar jij zelf ook affiniteit mee hebt?

 

‘Zeker! Ik heb zelf eerst de LTS en daarna het Hout- en Meubileringscollege gedaan en ben zeven jaar actief geweest als meubelmaker, tekenaar en projectleider. Die achtergrond maakt het extra leuk, het geeft me een connectie

met de makers die ik film.’

 

Kunst en ambacht liggen heel dichtbij elkaar en overlappen zelfs vaak. Zie jij jouw werk als filmmaker ook als een ambacht?

 

‘Of ik nou meubels of een film maak, ik doe het met dezelfde passie. Je bent aan het creëren. Het filmen zelf is niet alles, daarna moet je alles als een puzzel in elkaar leggen totdat het klopt. Daarbij moet je kijken vanuit de ontvanger en zorgen dat de boodschap aankomt. Dat blijft natuurlijk digitaal en is anders dan echt materialen vasthouden met je handen, maar je kunt er wel mensen mee verbazen en inspireren. Dat is volgens mij wat ambacht en kunst allebei moeten doen.’

 

Met AVN proberen we een netwerk te worden waarin makers elkaar kunnen vinden en waarmee we samen sterk staan. Wat moet AVN de komende tijd gaan doen, denkende aan wat jij hebt gehoord van al die makers die je gesproken hebt?

 

‘Het zou mooi zijn als de noodzaak van broedplaatsen wat meer bekend wordt bij de politiek. Makers zijn heel erg gebaat bij zekerheid, vooral wat betreft contractduur. Op sommige broedplaatsen hebben de huurders contracten van maar één jaar. Eigenlijk moet er een lobby komen zodat gemeentes en

verhuurders meer zekerheid kunnen bieden. Maakplaatsen zijn juist zo belangrijk als een instapplek waar je kan gaan ontdekken en uitvinden. Soms zijn het haast laboratoria. Wat je van de makers ook vaak hoort is dat ze het commerciële gedeelte van hun werk lastig vinden, zowel geld verdienen als jezelf zichtbaar maken. Makers willen gewoon maken.’

 

De documentaire over maak- en broedplaatsen gaat in première tijdens het AVN evenement in Utrecht op 16 oktober en zal daarna op onze website te zien zijn.